FES
Commentaar
Kontekst vzw dankt zijn sponsors: DI-VERS, Dexia Bank
en de Mechelse partners voor cultuur:
Muziekhandel De Monte, Audio-videoline Costima, A&M en Verlinden Huishoudlinnen.
Waarom je op een bepaald moment in je leven beslist te emigreren, of het nu om economische dan wel politieke motieven gaat, altijd neem je je eigen cultuur met je mee. Vaak is het immers het enige waardoor je in het begin in dat vreemde land kunt overleven. Laat staan wanneer je er zelf niet om gevraagd hebt, zoals dat het geval was met de Afrikanen die als slaven naar Amerika gevoerd werden. Dat hun cultuur het niet alleen overleefd heeft, maar ondertussen zowat de hele planeet veroverd heeft, kan misschien een zoete wraak zijn.. Wat zou er immers overblijven van de muziek die wij vandaag allemaal zo gretig consumeren? Zonder de Afro-Amerikanen immers geen blues, geen boogie-woogie, geen soul, geen rock & roll, geen funk, geen rapmuziek, geen hip-hop, geen r&b, en bovenal, geen jazz, wat, dat mogen we toch wel zeggen, de belangrijkste nieuwe muziekvorm werd van de 20e eeuw.
De Jazz ontstond immers rond 1900 uit een perfecte mengeling van in Amerika overgebleven ritmische en melodische resten van West-Afrikaanse muziek, met melodische en harmonische westerse elementen. En de worksongs, de vocale blues en spirituals van de zwarte bevolking mengden zich met de populaire westerse mars- en dansmuziek van rond de eeuwwisseling.
Voor het eerst gebeurde dit in New Orleans. Een muziek die behalve door de karakteristieke versmelting van Afrikaanse en westerse elementen vooral opvalt door een dynamische, energieke toonvorming, waarbij iedere muzikant streeft naar een eigen, persoonlijke toonvorming, door swing en improvisatie.
De oudste New Orleans-orkesten fungeerden als marsorkesten, en werden ingehuurd voor feesten, begrafenissen enz…, als streetbands, maar vrij snel werden ze ingehuurd als dansorkesten, waardoor er al snel een kleine groep van professionele musici ontstond. Ze speelden in een vaste bezetting: trompet, trombone, klarinet, piano, gitaar/banjo, bas en slagwerk. Ook de vorm lag al snel vast: het ensemble speelde eerst een gearrangeerd thema, meestal een populair liedje, een blues of een eigen compositie, waarna de orkestleden solo of gezamenlijk improviseerden op het onderliggende harmonische schema. De vertolking werd afgesloten met een herhaling van het thema.
In 1917 werd het uitgaanscentrum van New Orleans op last van militaire autoriteiten gesloten, waarna de musici uitwaaierden over de Verenigde Staten, vooral naar Chicago, waar de oorspronkelijke New Orleans-muziek een bloeitijd beleefde tot 1929. Het was ook in Chicago dat Louis Armstrong zich ging vestigen en naam maakte.
Eerst speelde hij cornet bij de Creole Jaz Band van King Oliver en in New York met de Fletcher Henderson Band, maar vanaf 1925 (hij is dan nog maar 24 jaar) heeft hij zijn eigen groepen: de Hot Five en de Hot Seven.
De stijl van Armstrong was krachtig en briljant. Hij had een sterk melodische intuïtie, waardoor hij eindeloos kon variëren met stembuigingen, versieringen en frivole trillers.
Hij werd de eerste grote solist uit de jazzgeschiedenis en bevrijdde de jazz van ritmische en melodische restanten van blanke amusementsmuziek en creëerde samen met de pianist Earl Hines een voldragen conceptie van swing en intensiveerde de invloeden van de West-Afrikaanse muzikale erfenis.
Een eeuw na haar ontstaan is de jazz geëvolueerd tot een veelkoppig monster dat zijn tentakels over de hele wereld en over heel wat genres uitstrekt. De enige term die misschien nog het best de postmoderne lading dekt is `geïmproviseerde muziek'. Sinds enkele jaren is jazz ook een erkende, volwaardige opleiding geworden aan onze conservatoria.
Dit is een schitterende evolutie, maar hierdoor doet ook een zeker academisme zijn intrede en verliezen nogal wat jazz optredens vandaag hun natuurlijke schwung en dynamiek.
Niet daarvan echter bij the Flat Earth Society.
Zij musiceren `fris van de lever', ongedwongen en spontaan, met een gezonde dosis humor en zelfrelativering. Hiervan is hun programma “Armstrong Mutations” de perfecte illustratie. Armstrongs muziek tot het bot uitkleden en muteren, hem naar hun hand zetten en hem tegelijk voor de volle honderd procent respecteren dat was hun opgave en daar zijn ze helemaal in geslaagd. Zelfs het melige “What a wonderful world” wordt in hun versie een indringend statement.
Dames en heren mag ik uw applaus voor de witte Zulu's van FES, voor the Flat Earth Society onder leiding van Peter Vermeersch.
Top
Copyright © 2004 vzw Kontekst - Pagina gewijzigd op
19-aug-06
door de webmaster.
|