N'Faly Kouyate, Chris Joris, & Chris Mentens
Interview
De Tam Tam Man
“Chris Joris describes himself as a Tam Tam man. It is obvious that he is much more than a Tam Tam man, he is an outstanding musician, a white sorcerer. Everything he touches transforms into a melody, sound, wave, all converging in a magic world.”
(Jazzhot Magazine)
Wanneer een gezaghebbend tijdschrift als Jazzhot zulke lovende dingen over Mechelaar Chris Joris zegt, zullen wij de eersten zijn om dit volmondig te beamen. TamTam Man, of wittte tovenaar, één ding is duidelijk, de band van Chris Joris met Afrika is onmiskenbaar. Het gesprek met hem voert ons terug naar het eerste concert van dit seizoen met Peter Vermeersch. Al snel valt immers de naam van Louis Armstrong : de cirkel is rond.
Traditionele Afrikaanse muziek vermengen met hedendaagse jazz, is dit niet tegenstrijdig?
Natuurlijk niet, het is integendeel een terugkeer naar de wortels van de jazz. Het is niet voor niets dat de bakermat van de jazz in New Orleans ligt, de hoofdstad van Louisiana, wat het dichtst bij Afrika aansluit. De Dixieland orkesten, waarin o.a. Louis Armstrong speelde, ontstonden uit de streetbands. Maar de sound van die creoolse streetbands was veel strakker. De begeleiding bestond uit trommels, niet uit een drum. De trommelaars gebruikten hierbij echte stompritmes zoals je die ook in de Antilliaanse muziek terugvindt. Louis Armstrong was ook van creoolse afkomst en is met die ritmes opgegroeid .
Ook de pulse, het stuwende en repetitieve ritme van een jazznummer is wezenlijk Afrikaans. Maar toch moeten we nuanceren. De jazz is uiteraard Amerikaans van oorsprong maar de melodie en de harmonie die eraan toegevoegd werden, zijn door en door Europees. Zoals ook alle andere vormen van populaire muziek die van de blues en de gospel afgeleid werden, toch wezenlijk op Westerse harmonieën gebaseerd zijn. Die fifty-fifty mengeling, dat hybride karakter, die kruisbestuiving maken jazz en aanverwanten nu net zo populair en zo universeel.
Het concert met N'Faly Kouyaté is op de eerste plaats wel een concert met Afrikaanse muziek. N'Faly zingt en begeleidt zichzelf op zijn kora of hij speelt balafon. Ik voeg er met mijn percussie-instrumenten (o.a. djembé) nog wat Afrikaanse peper en zout aan toe. De begeleiding en solo-improvisaties van bassist Chris Mentens zijn dan weer pure jazz.
Je noemt N'Faly Kouyaté een troubadour. Kun je hem dan vergelijken met onze Middeleeuwse “trouvères” of “menestriers” (minnestrelen)?
In zeker zin wel. In zijn liederen is hij ook een chroniqueur van de plaatselijke geschiedenis, en in de verhalen die hij vertelt, zitten ook politieke verwijzingen, maar een `griot' is toch heel wat anders dan de rondzwervende bard uit onze Europese contreien. In Guinee wordt het voortvertellen van de traditionele verhalen toevertrouwd aan de zogeheten `griotfamilies'. Van vader op zoon worden deze verhalen en ook de techniek van het koraspel doorgegeven. De `griots' hebben dus een heel belangrijke functie in de maatschappij. Zij staan in erg hoog aanzien en worden beschouwd als een soort van adel. Elke goede griot heeft ook wel de ambitie om zijn eigen stempel op de griotliederen te drukken. En dat kan. Zolang hij zich aan de regels houdt en het traditionele lied respecteert, mag hij de tekst aanpassen aan de actualiteit. N'Faly schrijft nu ook zijn eigen, originele nummers.
Het succes van de wereldmuziek in het Westen veranderde immers alles drastisch. Vele griots zoals N'Faly zijn in Europa komen wonen. Nu dragen ze hun muziek wel uit in de wereld, maar ze oefenen hun functie van griot in hun eigen land niet meer uit. Overigens, een goudsmid, die in Guinee maar een tweederangsburger is, dwingt ineens veel respect af omdat hij bijvoorbeeld in de cursussen van het Zuiderpershuis in Antwerpen aan westerlingen zijn technieken mag komen demonstreren.
Benadert jullie concert de Afrikaanse uitvoeringspraktijk?
Neen, wanneer we zuiver puristisch denken, is dit een hybride formule.
Een griot zingt en begeleidt zichzelf op de kora, met desnoods een ratelaar of een metalen rasp die de kadans aangeeft, maar meer mag niet. Ik begeleid hem dus wel op de djembé. Als N'Faly balafon speelt, zitten we wel weer juist, want daar is de djembé op zijn plaats.
Onze bezetting biedt anderzijds ook wel voordelen. Afrikaanse ritmes zijn meestal polyritmes, die verdeeld worden over verschillende trommelaars. Iedereen speelt afzonderlijk zijn eigen ritmefiguur maar al die figuren, die verschillende stemmen, creëren samen een ritmisch geheel, dat ik durf vergelijken met de verschillende instrumenten van een symfonisch orkest. Met mijn percussie en de ondersteunende tonen van de contrabas kunnen we dit effect een beetje benaderen.
En …deze opstelling is uiteraard wel typisch jazz. (lacht).
G.K.
Top
Copyright © 2004 vzw Kontekst - Pagina gewijzigd op
19-aug-06
door de webmaster.
|