Requiem
Interview
Luisteren naar de quintessens van de muziek
(een gesprek met Sigiswald Kuijken)
Het Koninklijk Circus in Brussel, Het Sportpaleis in Antwerpen, De Expohallen in Gent. Het kan vandaag de dag niet groots genoeg zijn. Popmuzikanten blazen hun 'kamermuziek' op tot butensporige proporties. Het Kuijkenkwartet doet precies het tegenovergestelde.
Een compositie voor koor en orkest herleiden tot de beperkingen van een strijkkwartet.
Hoeveel verliezen we wanneer we een bij uitstek vocale compositie herleiden tot de intimiteit van een strijkkwartet?
Sigiswald Kuijken: Ik zou de vraag liever willen omdraaien: wat winnen we bij een dergelijke versie? Het is best mogelijk dat je je bij een uitvoering met een koor laat afleiden, verstrooien door een mooie sopraan, en je niet meer met de muziek bezig bent. De winst is dat je je als luisteraar nu kunt focussen op het essentiële van de muziek, van de partituur van Mozart.
Het requiem van Mozart is een overbekend stuk. Elke melomaan heeft wel zijn eigen uitvoering in zijn hoofd. Wie de strijkkwartetbewerking van Lichtental hoort, kijkt in het begin natuurlijk vreemd op en denkt er waarschijnlijk het koor bij. Maar dat verandert snel. Heel veel mensen die ons concert al beluisterd hebben, zeggen dat het net leek of ze naar een totaal nieuw werk luisterden. Hoewel ze uitgaan van dezelfde partituur, kun je de twee toch niet vergelijken. In het strijkkwartet worden immers alle facetten van de tonale muziek uitgepuurd. Het is de quintessens van de tonale muziek.
Wat heeft Lichtental dan precies weggelaten?
S.K.: Dat verschilt van deel tot deel. In het dies irae bijvoorbeeld, moeten we alles spelen: de koor- zowel als de orkestpartij. In andere delen houdt hij enkel de koorpartij over. Zo klinkt het eerste deel, het adagio ongelooflijk diepzinnig.
Hoe kwam een arts uit Milaan op het idee om een transcriptie te maken van zo'n uitgebreid werk?
De man dweepte met Mozart. Hij had de kinderen van Mozart leren kennen en hij wilde te allen prijze zijn idool aan de wereld leren kennen en hij slaagde daar ook in . Onder zijn impuls ontstond er in Milaan een echte Mozartcultus. Er was ook veel vraag naar dergelijke transcripties. Het snel stijgend aantal muziekamateurs wilde immers over zoveel mogelijk materiaal beschikken om in de intieme huiselijke kring of onder vrienden uit te voeren.
Het toneelstuk Amadeus van de Duitse theaterschijver Peter Schäffer en vooral de daarop gebaseerde film van Milos Forman heeft rond dit requiem een heel mythe gecreëerd, als zou de componist Antonio Salieri Mozart de dood hebben ingejaagd door hem te verplichten het requiem af te werken, hoewel hij dooziek was. En alsof Salieri de onafgewerkte partituur vervolledigde.
S.K.: (lacht) Kijk, het was natuurlijk in vele opzichten een fantastische film, maar van dat verhaal over Salieri klopt helemaal niets. Schäffer behandelt in zijn toneelstuk de eeuwige strijd tussen het genie en de middelmaat, waarbij hij als voorbeelden de jonge geniale Mozart en de oude matig getalenteerde Salieri gebruikte, maar als Salieri al afgunstig was, dan heeft hij Mozart nooit een strobreed in de weg gelegd.
Het is wel waar dat Mozart zelf zijn Requiem nooit heeft afgewerkt. Dat deed zijn leerling Süssmayer, die de partituur waarschijnlijk kreeg van Constanze, de vrouw van Mozart. Het is wel verwonderlijk dat hij dat zo goed gelukt is. Hij moet in een begenadigd moment geweest zijn, want de andere composities die we van Süssmayer kennen, zijn echt niet veel soeps. Maar misschien kreeg hij van Constanze meer dan hij altijd vertelde.Die twee waren ook op andere vlakken intiem.
Was het requiem Mozarts laatste werk? Het klinkt natuurlijk heel romantisch, maar of het ook waar is, is allesbehalve zeker. Misschien had hij het nooit afgewerkt, als hij blijven leven was. Niet alles wat hij schreef, voltooide hij ook.
Hoe leerden jullie de transcriptie van Lichtenthal kennen?
S.K. In het Nederlandse Baarn woont er een platenboer die ons nogal fanatiek bewondert. Hij speelde ons een cd door van een jong Italiaans kwartet dat de Lichtenthalbewerking uitvoerde. Daarop stond dat het werk nooit uitgegeven was, maar dat we het manuscript in Milaan konden vinden. We hebben dat dan bestudeerd en een aantal compositorische fouten (er stonden nogal wat parrallelle kwinten en octaven in) eruit gehaald. Dat was een erg boeiende opgave. Het is die 'gezuiverde' versie die we ook in Mechelen spelen.
Top
Copyright © 2004 vzw Kontekst - Pagina gewijzigd op
06-aug-06
door de webmaster.
|