Zefiro Torna
Interview
Een imaginaire reis door de tijd
Gesprek met Jurgen de Bruyn, luitspeler en artistiek leider van Zefiro Torna.
Of het nu om de Lorelei, een uitstekende rotsformatie op de Duitse Rijn, om de Sirene uit `der Naturen Bloeme' van Jacob van Maerlant, of om de kleine zeemeermin van Kopenhagen gaat, de mysterieuze vrouwvis combinatie heeft de mens altijd geïntrigeerd. En blijkbaar ook de leden van het ensemble Zefiro Torna.
In vorige programma's zoals de Cantigas de Santa Maria of Ronsard en Vogue bleef jullie thematisch uitgangspunt gebonden aan een bepaalde periode. In Mermaphilie horen we muziek van de renaissance tot nu. Hoe verklaar je dit?
Jurgen de Bruyn: “We zagen een tentoonstelling van professor Jozef Janssens over hoe er in de renaissance over zeemeerminnen gedacht werd. Zo kwamen we op het idee dit thema open te trekken en op zoek te gaan naar liederen en teksten uit verschillende tijdsperiodes over het zeemansleven. Op die manier voeren we de luisteraar mee op een imaginaire zeereis doorheen de tijd. “
We vertrekken bij het begin van het programma samen met Columbus op reis. In de verslagen en dagboeken die van die reizen zijn bijgehouden is er ook sprake van zeemeerminnen. Nu weten we dat de matrozen waarschijnlijk zogende zeeleeuwen hebben gezien, maar voor hen was dat niet zo duidelijk.”
Ze voelden zich er wel toe aangetrokken?
“De verleidende en tegelijk misleidende “Lorelei”-functie van de zeemeermin is van alle tijden maar is wel gegroeid. Je vindt ze bij Homerus, bij Petrarca, bij Shakespeare. Ook in de liederen van Guillaume de Machaut, uit het trecento, speelt de mysterieuze verleiding een grote rol.
In de Middeleeuwen waren de mensen nog erg bijgelovig en wisten geen raad met natuurfenomenen en vreemde wezens. Jacob van Maerlant beschrijft in zijn “der Naturen Bloeme” als sirenen en hij geeft ze zelfs klauwen en vleugels (zie de tekst elders in het programma). In de renaissance ontstaat er twijfel en in de baroktijd wordt de zeemeermin echt het symbool van de verleiding.
In “la tempesta di mare” van Antonio Vivaldi komen zeelui in een storm terecht dankzij een zeemeermin. De Engelse componist John Dowland legt vooral de nadruk op het thema van ondergang en dood. Ook een hedendaags componist als William Alwyn liet zich door de zeemeermin inspireren.”
Jullie zijn van nature uit een gezelschap dat oude muziek brengt. Hoe overbruggen jullie al die verschillende periodes met jullie historisch instrumentarium?
“We gebruiken blokfluiten uit verschillende periodes. Ook voor de luit is er geen probleem. Ik heb een middeleeuwse en een renaissanceluit, een chitarrone en een barokgitaar. Voor de strijkers evolueert het instrument van vedel naar een viola da gamba. We hebben voor deze productie ook een schitterende gastpercussionist gevraagd. Frédéric Mallempré, trouwens een leerling van Chris Joris (komt voor ons laatste concert pop 7 mei!!), bespeelt een heel assortiment van Arabische instrumenten. We gebruiken die zowel op de klanktape als bij de uitvoering. Je kunt zelfs een etnisch instrument als de `cedu' horen (een kruik die met de handpalm bespeeld wordt).
De hedendaagse compositie van William Alwyn, was oorspronkelijk voor piano en zangstem geschreven. Die hebben we dus wel moeten transponeren.”
Het programma, de keuze van de muziek en de teksten, staat helemaal ten dienste van het basisconcept Mermaphilie. Hoe wisselen jullie tekst en muziek af?
“Je moet het programma eigenlijk bekijken als een groot doorgecomponeerd werk, waarin er een wisselwerking is tussen klanktape en de live uitvoering. Op tape hoor je een vertelstem. Ook hebben we allerlei geluiden, zowel van onze instrumenten als van onze stemmen, elektronisch vervormd. Zo krijg je een nieuwe compositie die de sfeer en de muziek die op de scène gemaakt wordt, aandikt, en tegelijk vervreemdt.
Ook de belichting speelt in onze voorstelling een belangrijke rol. Onze lichtregisseur, Arne Lievens, werkt gewoonlijk voor dansvoorstellingen. Hij legt met subtiele lichtschakeringen bepaalde accenten en zorgt voor de overgangen tussen de verschillende onderdelen, de verschillende sferen.
Is dit voor herhaling vatbaar?
“Absoluut! We proberen met Zefiro Torna wat meer te bieden dan een gewoon concert. Dit project was echter wel het eerste dat we multimediaal aanpakten.
In Mermaphilie namen we alle elektronica vooraf op. In ons programma `Les Jongleurs du Coeur' gaan we een stap verder. We integreren live elektronica in de voorstelling, wat ze tegelijk boeiender en moeilijker maakt.
Onze thematische benadering zullen we altijd wel aanhouden. We houden ervan de oude muziek te confronteren met de technologische middelen van vandaag, met de nieuwe muziek ook. Voor Gouden Vleugels (een initiatief van de Vlaamse Gemeenschap dat jonge groepen combineert met bestaande) werken we samen met een percussietrio. In ons verkennend gesprek bleek dat er heel wat raakvlakken zijn tussen onze oude muziek en de composities van de Amerikaanse componist George Crumb die zij spelen. Dat zal dus een interessante confrontatie worden.
Voor ons programma `Ronsard en Vogue' werken we dan weer samen met Jalma, een groep Galicische zangeressen, die hier in België wonen.
Die variatie maakt het voor ons en hopelijk ook voor ons publiek uitermate boeiend.”
G.K.
Top
Copyright © 2004 vzw Kontekst - Pagina gewijzigd op
19-aug-06
door de webmaster.
|